De overheid

Gemeentehuis Scheemda

Als afdeling van de Fietsersbond heb je met de overheid te maken. Ook voor werkgroepen en onderafdelingen geldt dat een deel van de activiteiten gericht is op het beïnvloeden van de overheid. Meestal zal dat de gemeente zijn.

De gemeenten: college en gemeenteraad

De gemeenteraad bepaalt het beleid op hoofdlijnen en controleert het college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad wordt gevormd door leden die zijn gekozen door de bevolking van een gemeente. In de gemeente is de gemeenteraad het hoogste orgaan en algemeen bestuur. Het is belangrijk om dit in de gaten te houden, ook al zijn in de dagelijkse praktijk bijvoorbeeld ambtenaren en de wethouder nogal eens degenen bij wie je probeert gehoor te vinden voor je wensen.
Het college van burgemeester en wethouders (b en w of ‘het college’) is het dagelijks bestuur. Het college neemt in principe zelfstandig besluiten, vergezeld van eigen inspraakprocedures. Je maakt van die inspraak gebruik, maar zal er veelal niet je eigen punten gedaan krijgen. Dan is de gemeenteraad aan de beurt voor je lobby: raadsleden, of de betreffende raadscommissie of soms de raad als geheel.

De ‘raad’ pakt sommige besluiten van b en w, bijvoorbeeld een verkeersnota, op om zelf op hun merites te beoordelen. Dat kan leiden tot een raadsuitspraak in de vorm van een motie (verzoek aan het college) of amendement (een dwingende wijziging van het collegebesluit door de raad). Raadsbesluiten worden voorbereid (en voorgekookt) in de raadscommissies. In de raadscommissies vinden vaak de doorslaggevende discussies plaats. Alleen wanneer in de raadscommissie de voorstellen controversieel blijken te zijn, dan wordt de discussie vervolgd in de voltallige raad.

Vergaderingen raadscommissies

De raadsleden vergaderen in commissies die bepaalde onderwerpen behandelen. Bijvoorbeeld een commissie Mobiliteit en Verkeer of van Verkeer en Infra behandelt een verkeersplan. Zo’n onderwerp kan eventueel ook nog in de raadsvergadering (die vaak overkoepelend is) worden besproken of gehamerd (=snel goedgekeurd omdat niemand bezwaren heeft). Meestal vinden de eerste discussies plaats in de commissievergadering.

De commissie kan de eigen agenda vaststellen en een wethouder uitnodigen om informatie te geven of om verantwoording te laten afleggen. Als de raad erg ontevreden is over een wethouder, kan die door de raad worden ontslagen. De raad kan daartoe een onderzoek instellen met behulp van getuigen en deskundigen.
Een eenvoudiger manier om b en w te corrigeren is het indienen van een amendement (wijziging) of een motie (een voorstel).

Een raadsgriffier biedt ambtelijke ondersteuning aan de raadsleden: die regelt de verslagen, vergaderdata, spreekmomenten voor insprekers, gelegenheden voor de Fietsersbond voor een voordracht aan de raadscommissie etc.

College van b en w

Het college (van burgemeester en wethouders; kortweg b en w of ‘het college’) zorgt voor het dagelijks bestuur van een gemeente en voert de besluiten van de raad uit. Het college is verantwoording schuldig aan de raad en behoort niet tot de raad. Wel besluit de raad over het algemeen op voordracht (ontwerpbesluit) van het college.

Voorbeeld:

De raad stelt op voordracht van het college en al of niet gewijzigd, een Gemeentelijk Verkeers- en Vervoer Plan (GVVP) vast. Het college neemt vervolgens de uitvoering op zich, geeft vergunningen af en neemt verkeersbesluiten. Ten slotte bekijkt de raad of het college zijn taak goed heeft uitgevoerd en of doelen zijn gehaald.

De contacten van Fietsersbondafdelingen met gemeenten

Gemeenten zijn verschillend georganiseerd (bijvoorbeeld portefeuilleverdeling en -samenstelling). Laat je dus de weg wijzen in je eigen gemeente. Het stadhuis, het informatiecentrum, de afdeling voorlichting, de gemeentelijke website kunnen je informeren bij wie of waar je terecht kunt. Informatie (agenda’s en stukken) voor de commissie- of raadsvergadering kun je opvragen. De besluitenlijsten van het college zijn openbaar.

Een gemeente mag zelf kiezen hoe ze de burgers bij de politiek betrekt. De ene kiest voor burgerinspraak bij de commissie; de ander bij zowel commissie- als raadsvergadering. Soms mogen mensen alleen bij het begin van een vergadering hun zegje doen, soms bij de aanvang van het agendapunt. Soms ook mogen burgers in tweede termijn inspreken (dat wil zeggen nadat de raadsleden hebben gesproken, krijg je de kans om te reageren.)

Een zware vorm van inspraak is het burgerinitiatief: de burger kan een punt agenderen en de raad moet het dan bespreken. Het burgerinitiatief moet aan procedurele en inhoudelijke eisen voldoen, en is een traag fenomeen: de raad mag acht weken gebruiken om te beslissen of het punt wordt geagendeerd. Het is dus alleen zinnig voor de grotere plannen.
Een eenvoudiger methode om aandacht te vragen is het schrijven van een brief of mail naar de commissie (raadsadres). Krijgen ze veel binnen, attendeer een aardig raadslid dan op de jouwe, zodat die niet in de massa verdwijnt.

Grote gemeenten organiseren over grotere onderwerpen wel aparte inspraakavonden.

Verschillende gemeentelijke afdelingen en diensten

Het college van b en w en de gemeenteraad worden terzijde gestaan door een ambtenarencorps. De ambtenaren waar je meestal mee te maken hebt zitten vaak bij de afdeling verkeer/mobiliteit, maar soms ook bij andere afdelingen zoals projectbureaus, veiligheid en openbare orde, openbare werken, beheer en onderhoud, ruimtelijke planning of technische dienst. Denk niet te snel dat je genoeg hebt aan het contact met één bepaalde ambtenaar. Zo zal een fietsambtenaar al gauw weinig te zeggen hebben over hoe fietsroutes worden gestrooid en geruimd of hoe ze worden onderhouden. Vaak zijn er nog anderen die je kunnen helpen. Bijna overal moet je rekening houden met een zekere verdeling tussen beleid enerzijds en anderzijds: uitvoering, beheer en onderhoud. Medewerkers zijn als gevolg hiervan maar beperkt aanspreekbaar: bijvoorbeeld een medewerker beheer en onderhoud gaat niet over de herinrichting die staat gepland, wel over het weghalen van hobbels en kuilen. Sommige gemeentes hebben een verkeersspreekuur, waar je met name kleine klachten, knelpunten en dergelijke kwijt kunt. Andere gemeentes hebben structureel overleg gepland met groepen als de Fietsersbond. In weer andere gevallen heeft het de voorkeur zoveel mogelijk te laten verlopen via een gemeentelijk verkeersplatform, waarin verschillende maatschappelijke groeperingen zijn vertegenwoordigd. Maar nogmaals, maak je niet afhankelijk van één contact. Krijg je ambtelijk niet voldoende voor elkaar dan kun je via de wethouder proberen alsnog steun te krijgen. Krijg je ambtelijk en bij de wethouder niet voldoende voor elkaar, of is ‘je’ ambtenaar van goede wil, maar ‘zijn’ wethouder niet, richt je dan tot de gemeenteraad.

Projecten/ projectbureaus hebben een eigen dynamiek

In deze eeuw zien we steeds meer projectplannen die slecht rekening houden met de bij de beleidsafdeling gemaakte afspraken, zodat bijvoorbeeld de pluspunten uit een fietsplan niet worden uitgevoerd. Andersom komt gelukkig ook alweer voor: een fietsproject dat vooruitstrevender wordt uitgevoerd dan het beleidskader aangeeft. Wijs in de inspraak en meedenklobby bij projecten op de voor de fiets gunstig vastgestelde beleidskaders, het vereiste draagvlak, en de goede voorbeelden elders in de gemeente.

De rijksoverheid

De rijksoverheid stelt algemene wetten en regelingen op verkeersgebied vast (Reglement verkeerstekens en verkeersregels, Wegenverkeerswet), evenals het verkeersbeleid in algemene zin (bijvoorbeeld een Structuurvisie Infrastructuur). Ook is zij (nog) betrokken bij diverse projecten zoals Ruimte voor de Fiets en NS-convenant (openingstijden van de stationsstallingen). Helaas is de tendens bij de rijksoverheid om zich terug te trekken uit fietsbeleid en alleen nog projecten voor havens, wegen, spoor en kanalen met eigen inpassingsplannen dwingend op te leggen. Nu van de fiets weer een bijdrage wordt verwacht aan de CO2/klimaatdoelen, toont de rijksoverheid weer meer betrokkenheid bij snelfietsroutes en stationsstallingen.
Onder rijksoverheid verstaan we de Staten Generaal (Eerste en Tweede Kamer), het kabinet en de departementen. Voor fietsverkeer is uiteraard het ministerie van Water en Infrastructuur het belangrijkste. Het landelijk bureau onderhoudt de contacten op dit niveau.

Rijkswaterstaat beheert de rijkswegen en is belast met de voorbereiding en uitvoering van veel projecten op verkeersgebied, ook met subsidietoekenningen aan grote infrastructurele werken. Dit soort zaken zijn vaak gedelegeerd aan de regionale directies van Rijkswaterstaat.

Een heel lastige partner waarmee je als Fietsersbond afdeling te maken kunt krijgen is ProRail. Dat is de beheerder en bouwer van spoorwegen en ook uitvoerder van de uitbreiding en verbetering van stallingsplaatsen bij stations. Daarnaast gaat ProRail over het lot van talloze overwegen, die worden gesloten of vervangen door een ongelijkvloerse passage. ProRail handelt wel in opdracht van en binnen kaders van het rijk of provincie. Neem contact op met Team Vrijwilligers, mocht je worden geconfronteerd met plannen met gevolgen voor de fiets van ProRail.

De provincie

De provincie is niet alleen de beheerder van de provinciale wegen, maar heeft ook andere bevoegdheden. In de huidige Wet Ruimtelijke Ordening kan de provincie eigen bestemmingsplannen (=inpassingsplannen) maken, maar is bij gemeentelijke bestemmingsplannen de toezichthoudende rol van provincies vervallen. Dat toezicht is er alleen nog op gemeentelijke Structuurvisies, die moeten sporen met de provinciale structuurvisie. Dus zijn gemeenten behoorlijk vrij in beleid, en zeker als het aankomt op fietsbeleid treedt de provincie niet op als waakhond.
Alleen als de eigen projecten van rijk en provincie in het geding zijn, gewoonlijk op het terrein van auto en trein, treedt de hogere overheid dwingend op naar gemeenten. Bedenk echter dat dat ook zou kunnen voor belangrijke gemeente overstijgende fietsroutes, zoals een snelfietsroute.

Ook heeft de provincie een afstemmingsfunctie: zorgen dat de plannen van de verschillende gemeenten op elkaar afgestemd zijn. Het verkeersbeleid van de provincie is vastgelegd in een Provinciaal Verkeer- en Vervoer Plan (PVVP). Op fietsgebied speelt bij de provincie vooral veel interlokaal verkeer: woonwerk- en woonschoolroutes; lange recreatieve routes; snelfietsroutes; maar ook het stallen bij bushaltes.

Provinciale staten vormen het algemeen bestuur van de provincie. Gedeputeerde staten zijn het dagelijks bestuur. Hun onderlinge verhouding is vergelijkbaar met die binnen gemeenten tussen gemeenteraad en college. De noodzaak om bovenlokaal te denken en als afdelingen en onderafdelingen de wensen naar de provincie op elkaar af te stemmen, wordt er niet minder om.