Standpunt Fietsersbond Fietsparkeren bij Stations

  • De Fietsersbond komt op voor voldoende fietsparkeerplekken bij stations; de voorzieningen moeten voldoen aan de kwaliteiteisen van Fietsparkeur;
  • Bij stations worden zowel gratis (onbeveiligde) als betaalde (beveiligde) fietsparkeerplaatsen aangeboden;  afwijken daarvan is alleen mogelijk indien uitsluitend gratis plaatsen met  bewaking of toezicht in een gebouwde omgeving worden aangeboden;
  • Bij een gratis voorziening met bewaking of toezicht in een gebouwde omgeving vindt de Fietsersbond het niet onredelijk om – bij daadwerkelijk aangetoond structureel capaciteitsgebrek en onder een aantal randvoorwaarden – de gratis parkeerduur te beperken tot een aantal dagen;
  • De Fietsersbond is voor het regelmatig verwijderen van weesfietsen (achtergelaten fietsen zonder eigenaar) en wrakken;
  • De Fietsersbond vindt dat de maximale parkeerduur voor fietsen bij de gratis fietsparkeerplekken bij stations in de openbare ruimte maatwerk is; de parkeerduur moet daarom kunnen variëren per station, al naar gelang de vraag. De Fietsersbond stelt daarbij een aantal randvoorwaarden.

Onderbouwing en uitwerking van het standpunt
0) In de afgelopen periode is er een discussie ontstaan over het fietsparkeren bij stations. Achtergrond daarvan is vooral het succes van de combinatie fiets en trein. Steeds meer mensen nemen de fiets om naar het station te gaan. Vooral bij de grotere stations is het niet eenvoudig extra capaciteit te scheppen en worden oplossingen duurder door gebouwde voorzieningen. Vandaar discussies over betalen, lang parkeren en weesfietsen.

1) Uitgangspunt van de Fietsersbond is en blijft dat wij opkomen voor voldoende en kwalitatief goede fietsparkeerplekken bij stations. Daaronder verstaat de Fietsersbond niet alleen NS-stations, maar ook light-railhaltes, zoals de stations aan de Randstadrail. Ook wil de Fietsersbond voor goede en voldoen de voorzieningen voor “bijzondere” fietsen.

2) Startpunt zijn de voorwaarden zoals die in het verleden zijn overeengekomen en zijn vastgelegd in de brochure Met de fiets naar de trein. Voorwaarden die de rijksoverheid stelt aan fietsenstallingen bij spoorwegstations. Daarin staat dat bij ieder station reizigers hun fiets zowel beveiligd als onbeveiligd moeten kunnen stallen en zijn de kwalitatieve voorwaarden waaraan de stallingen moeten voldoen vastgelegd.

3) Bij veel kleinere stations is er geen capaciteitsgebrek of kan dit gebrek vrij eenvoudig worden opgelost binnen het Programma Ruimte voor de Fiets. Aanpassingen in de in het vorige punt vermelde systematiek zijn daar niet nodig. Fietsers kunnen kiezen tussen een beveiligde (betaalde) en een onbeveiligde (gratis) parkeerplek voor hun fiets. Daarvan afwijken is alleen mogelijk indien uitsluitend gratis bewaakte of beveiligde plekken in een gebouwde omgeving worden aangeboden.

4) Bij de stations waar wel een moeilijk oplosbaar capaciteitstekort is, is het in de eerste plaats van belang te bepalen:

  • wat het precieze probleem is;
  • onderscheid te maken tussen de beveiligde en de onbeveiligde plekken en te bezien hoe de bezettingsgraad in de beveiligde stallingen omhoog gebracht kan worden;
  • en de parkeerduur/ van de fietsen en motieven van de gebruikers goed in kaart te brengen.

5) De Fietsersbond vindt dat specifieke probleemanalyses en oplossingen op maat nodig zijn en vindt dat een gezamenlijke verantwoordelijkheid van NS, ProRail en gemeenten. Overleg met de afdelingen van de Fietsersbond in een vroegtijdig stadium is noodzakelijk om tot optimale oplossingen te komen.

6) Fietsers moeten altijd de kans hebben om hun fiets bij een station gratis te stallen, om te bevorderen dat mensen zoveel mogelijk met de fiets naar het station komen en niet met de vervuilende en veel meer ruimte innemende auto en het voor de overheid veel duurdere OV.

7) In de stalling in Zutphen is het verschil tussen beveiligde en onbeveiligde plekken opgeheven; er is een kwalitatief goede fietskelder met toezicht, waarin gratis gestald kan worden. Op het stationsplein is geen fietsparkeren meer op maaiveld. Veel gemeenten zijn enthousiast over dit model en gaan het navolgen of overwegen dat. Ook de Fietsersbond ziet veel voordelen in dit model.

8) Bij deze vorm van fietsparkeren bij stations – (uitsluitend) een gratis voorziening in een gebouwde omgeving met bewaking of toezicht – is het voor de Fietsersbond niet onredelijk  om bij aangetoond structureel capaciteitsgebrek en onder een aantal randvoorwaarden (zie punt 9) na een aantal dagen parkeren een klein geldbedrag in rekening te brengen. Doel daarvan is het ontmoedigen van het lang parkeren door een financiële prikkel, zodat zoveel mogelijk reizigers de gratis stalling kunnen gebruiken. De financiële effecten op de exploitatie zullen in de ogen van de Fietsersbond beperkt zijn, omdat een betaalregime extra exploitatiekosten en handhavingskosten met zich meebrengt.

9) In deze situaties stelt de Fietsersbond als randvoorwaarden voor betaling dat:

  • in de gratis periode in ieder geval ook een volledig weekend moet zitten;
  • er specifiek voor langstallers bij stations een gratis alternatief komt op grotere afstand van de ingang van het station, bijvoorbeeld op 400 meter. Op die manier is er een gratis oplossing voor langstallers, zonder dat de stationspleinen “verrommelen”.

10) Om het stationsgebied ordentelijk te houden en de capaciteitstekorten bij de onbeveiligde plekken aan te kunnen pakken is het goed dat weesfietsen en wrakken regelmatig worden verwijderd. De Fietsersbond steunt het plan om die aanpak verder landelijk te begeleiden en gemeenten daarbij te ondersteunen. Van belang daarbij is het consequent maken van het onderscheid tussen weesfietsen en wrakken enerzijds en vanwege ruimtegebrek tussen of naast de rekken geplaatste fietsen anderzijds. De Fietsersbond is vóór het regelmatig ruimen van weesfietsen en wrakken, maar tegen het verwijderen van “verkeerd gestalde”, niet-hinderlijke fietsen (zie verder het standpunt over Fietsenverwijdering op de Standpuntenlijst).

11) Op grond van de gemeentelijk vastgestelde APV bedraagt de termijn waarna een fiets als weesfiets verwijderd kan worden in de meeste gemeenten 28 dagen. In gemeenten waar geen capaciteitsproblemen zijn en/of geen grote weesfietsproblematiek bestaat is er geen aanleiding deze termijn te veranderen. In plaatsen waar sprake is van een daadwerkelijk aangetoonde weesfietsproblematiek kan de termijn in de APV in de toekomst volgens de Fietsersbond worden verkort tot 21 of 14 dagen. Bij de specifieke stations waar de druk van het fietsparkeren het allergrootst is en capaciteitsvergroting niet op korte termijn mogelijk is, zoals bij de centrale stations in de grote steden, is een termijn van 7 dagen voor de Fietsersbond onder een aantal randvoorwaarden bespreekbaar. In die gevallen is het juister om te spreken van het beperken van langparkeren. Doel is om zoveel mogelijk fietsparkeerplekken beschikbaar te hebben voor fietsers. Slechts een minderheid van fietsers parkeert de fiets immers voor langere termijn.

12) Elke gemeente die fietsen van de openbare weg / het station verwijdert zorgt voor een centraal depot waar burgers eenvoudig een vermiste of verwijderde fiets kunnen ophalen. De verwijderde fietsen worden via internet traceerbaar gemaakt . De gemeente moet de verwijderde fietsen controleren op een mogelijke herkomst uit diefstal. Indien dat laatste het geval is dient de eigenaar actief te worden benaderd.

13) Bij het verkorten van de stallingsduur bij onbeveiligde plekken stelt de Fietsersbond als randvoorwaarden dat de beveiligde stalling voor iedereen toegankelijk is – dus niet alleen voor mensen met een chipknip – van de eerste tot de laatste trein en bovendien voldoet aan hoge normen van sociale veiligheid. Alleen wanneer aan deze voorwaarden wordt voldaan is de beveiligde stalling een daadwerkelijk alternatief voor langparkeerders.

14) Bij de stations waar een termijn van 7 dagen gehanteerd gaat worden moeten verwijderde fietsen in de omgeving van het station worden opgeslagen; de kosten bij het ophalen mogen niet hoger zijn dan kosten die gemaakt zijn voor het weghalen en opslaan. Ook bij deze situaties stelt de Fietsersbond als randvoorwaarde dat er specifiek voor langstallers een gratis alternatief komt op grotere afstand van de ingang van het station, bijvoorbeeld op 400 meter. Op die manier is er een gratis oplossing voor langstallers, zonder dat de stationspleinen “verrommelen”.