De snelheidsverhoging van het landbouwverkeer en de internetconsultatie vraagt om jouw reactie (februari 2016)

Het kabinet is via het Besluit tot wijziging diverse reglementen ivm het kentekenen van landbouw- en bosbouwtrekkers van plan om het landbouwverkeer vanaf 2017 toe te staan om 40 km/uur te rijden i.p.v. de huidige 25 km per uur. Op dit plan kan nu door iedereen worden gereageerd via de zogenaamde internetconsultatie. Tegelijkertijd wordt ook het verplichte kenteken voor landbouwverkeer ingevoerd. Voor dit laatste heeft de Fietsersbond jaren gepleit en met dat onderdeel van de wet zijn wij dan ook zeer tevreden. Met de snelheidsverhoging niet.

Dit is een uitwerking van de motie de Rouwe voormalig Kamerlid van het CDA, die bedoeld was om het landbouwverkeer van de parallelweg naar de provinciale of gebiedsontsluitingsweg te krijgen, waar geen fietsers op rijden. In de uitwerking is dit opgerekt naar alle wegen buiten de bebouwde kom. De wegbeheerder is vervolgens vrij om daar vanaf te wijken, cq. De snelheid op 25 km te houden. Hiervoor zal dan wel een verkeersbesluit moeten worden genomen en bebording worden aangebracht.

Als Fietsersbond hebben wij een brief geschreven naar de werkgroep Kentekenen van het ministerie om aan te geven, dat wij het met dit onderdeel van de wet Kentekenen niet eens zijn. Bekijk de brief met argumenten.

Reageer ook op de internetconsultatie

Ons standpunt wint aan kracht als ook onze achterban en ook andere betrokkenen op vergelijkbare wijze reageren via de internetconsultatie. Dit is een relatief nieuw middel die gebruikt wordt om voorafgaand aan de definitieve besluitvormig de mening van de bevolking te polsen.

Wij stellen voor dat iedereen op zijn eigen manier reageert. Wel willen we jullie de brief met argumenten die we hebben gestuurd naar de werkgroep van het Ministerie als extra informatie vooraf niet onthouden.

In het kort hier de genoemde argumenten:

  1. Verkeerd signaal
    40, tenzij ipv 25 tenzij, betekent dat in de praktijk een ieder zal spreken over een snelheidsverhoging van LVT naar 40 km/u. Ook wanneer een lokale wegbeheerder vaak voor 25 zal kiezen. Dit bevestigt het beeld, dat het LVT op een openbare weg een gewone verkeersdeelnemer is. Dat is niet zo.
  2. Leidt tot hogere gemiddelde snelheid
    De uitstraling van 40 ipv 25, zal een hogere gemiddelde snelheid veroorzaken. Wordt er nu in de praktijk vaak 40 gereden ipv 25, de verwachting is dat er dan vaak 50 wordt gereden ipv 40.
  3. Snelheid gemotoriseerd verkeer cruciaal in verkeersveiligheid
    Het concept Duurzaam Veilig is vooral succesvol gebleken, doordat we de gemiddelde snelheid van het gemotoriseerde verkeer naar beneden hebben gekregen. De LVT komt in de ongevalsstatistieken relatief vaak voor. Extra maatregelen mbt LVT zijn nodig. Een verhoging van de snelheid is daarbij een averechts werkende maatregel en is niet dienstbaar aan de verkeersveiligheid.
  4. Fietser kwetsbare verkeersdeelnemer
    De fietser is net als de voetganger een kwetsbare verkeersdeelnemer. In principe mag iedereen fietsen. Daarbij vergeten we wel eens dat naar schatting 50% van de fietsers een beperking heeft. Dit kan variëren van kinderen, waarvan de hersens nog niet volgroeid zijn tot ouderen die moeite hebben met op- en afstappen of moeilijk over hun schouder kunnen kijken. Toch verwachten we impliciet heel veel van deze verkeersdeelnemers, zeker in ontmoetingen met LVT op landweggetjes.Te veel naar onze mening. De kwetsbare verkeersdeelnemer moet leidend zijn bij de inrichting van ons verkeerssysteem. Terug naar de menselijke maat.
  5. LVT te gast op de openbare weg
    LVT’s zijn gemaakt om op het land te rijden. Voor verplaatsingen over langere afstanden mogen ze gebruik maken van de openbare weg. Vanwege de massa en grootte worden ze wel geacht zich als gast te gedragen op de openbare weg. Dit houdt in een lage snelheid en stoppen of heel langzaam rijden en uitwijken op het moment dat er andere verkeersdeelnemers gepasseerd moeten worden. Veelal is er in die gevallen verkeerskundig gezien sprake van conflictsituaties. Een verhoging van de snelheid draagt niet bij aan het beoogde gastgedrag van een LVT. Niet alleen als signaal, maar met een hogere snelheid is het ook technisch lastiger om te stoppen en / of uit te wijken.
  6. De injunctieve en descriptieve norm ipv handhaving
    Als tegenargument om de snelheid te verhogen wordt aangegeven, dat toch niemand zich er aanhoudt en dat er al veel sneller wordt gereden. Dat geldt bijv. ook voor snorscooters, waar 96 % harder rijdt dan 25 km /u. Toch zal niemand pleiten voor een verhoging van de snelheid voor snorscooters. Ondanks het feit dat de wettelijke handhaving te wensen overlaat, heeft wetgeving wel effect op de maatschappelijke injunctieve norm (bewustzijn over hoe het hoort te zijn) en daarmee op descriptieve norm (de sociale norm). Door de snelheid overal te verhogen, schuiven ook deze normen op, wat dus weer een negatief effect heeft op het snelheidsgedrag.

Categorieën