Juridische aspecten voorrang op rotondes

14904879242_80e65ad023_k

Het juridisch afdwingen van voorrang van fietsers op rotondes is niet zo eenvoudig, omdat de rechter niet gauw op de stoel van een gemeentebestuur gaat zitten. Daarnaast is het verwijzen naar de CROW-richtlijnen niet altijd voldoende, omdat de richtlijnen geen juridische status hebben.

De voorrangssituatie op rotondes is nog altijd een veel besproken onderwerp onder verkeerskundige en wegbeheerders. De afdelingen van de Fietsersbond hebben een adviserende rol in het gesprek en zouden ten eerste altijd de richtlijnen van het CROW moeten adviseren.

  • Binnen de bebouwde kom: fietsers in de voorrang, voetgangers bij voorkeur vrije doorgang.
  • Buiten de bebouwde kom: fietsers uit de voorrang, voetgangers geen vrije doorgang.

Desalniettemin wordt hier niet altijd naar geluisterd en krijgt de fietser binnen de bebouwde kom soms nog geen voorrang op rotondes. In Katwijk bijvoorbeeld zijn de fietsers nog vaak uit de voorrang binnen de bebouwde kom terwijl buurtgemeenten de fietser wel in de voorrang hebben.

 

Opstelplaats voor automobilisten
Rotondes binnen de bebouwde kom hebben niet altijd een vrijliggend fietspad. In dit geval deelt de fietser de weg met de automobilisten. Deze rotonde is niet volgens de richtlijnen ingericht omdat er een vrijliggend fietspad ontbreekt. Waarschijnlijk is dit weggelaten in verband met gebrek aan ruimte.

De richtlijnen hebben geen wettelijke status dus mag ervan worden afgeweken. Toch geld dit niet helemaal over de afstand tussen de hoofdrijbaan van de rotonde en de oversteekplaats van de fietser. Ook wel bekend als de opstelplaats voor automobilisten. Over deze richtlijn zijn ooit rechterlijke uitspraken gedaan.

Uit die jurisprudentie kwam naar voren dat:

  • het fietspad bij de rijbaan hoort wanneer de afstand van het fietspad tot de rijbaan 5 meter of minder bedraagt
  • het fietspad niet tot de rijbaan hoort wanneer de afstand van het fietspad tot de rijbaan 10 meter of meer bedraagt. Over het tussenliggende grijze gebied is nog geen jurisprudentie beschikbaar.

Vanzelfsprekend is het veiliger om meer ruimte hiervoor te ontwerpen zodat de automobilist tijd en ruimte heeft om de fietser aan te zien komen en voorrang te kunnen verlenen.

 

Artikel 18 RVV 1990
Daarnaast blijkt op grond van artikel 18 van het RVV 1990 dat afslaande bestuurders het rechtdoorgaande verkeer op dezelfde weg voor moet laten gaan. Uit jurisprudentie blijkt op rotondes dat het fietspad niet meer behoort tot dezelfde weg wanneer de afstand groter is dan 10 meter.

 

Conclusie
Kortom zijn er een aantal argumenten die gebruikt kunnen worden om wegbeheerders te adviseren. Onderbouw je advies met richtlijnen van het CROW en benoem hierbij het doel om uniformiteit te creëren in de provincie of Nederland. Hierover is altijd wat te zeggen volgens wegbeheerders dus pak daarna het argument erbij over de opstelplaats voor automobilisten en de bijbehorende jurisprudentie. Overigens weten veel wegbeheerders hier wel vanaf, maar de daadwerkelijke uitspraken zijn niet helder.

Categorieën