Fietsen parkeren en fietsen wegknippen: wanneer wel, wanneer niet en vooral hoe
Er zijn geparkeerde fietswrakken, geparkeerde weesfietsen en geparkeerde fietsen. Die fietsen kunnen in een rek staan, volstrekt legaal op de stoep staan, niet legaal buiten de rekken staan of hinderlijk en gevaarlijk geparkeerd staan. In onderstaand artikel geven we een overzicht van de verschillende fietsen en de verschillende manieren om met die fietsen om te gaan.
Als het gaat om het wegslepen van fietswrakken en weesfietsen zijn er weinig discussiepunten met gemeenten. Daar zijn we (als het netjes wordt uitgevoerd) gewoon voor. Als een gemeente het niet netjes doet kun je als afdeling actie ondernemen. Bij fietsparkeerverboden en foutgeparkeerde fietsen ligt het een beetje anders. Het landelijk bureau is aan het uitzoeken of gemeenten het al jaren fout doen. Om daar zekerheid over te krijgen voeren we een proefproces tegen een gemeente. Totdat dit proces is afgerond, zal het een welles-nietes-spel tussen Fietsersbond en gemeenten blijven. Hoelang dat duurt is nog onduidelijk. Maar we rekenen op minimaal een jaar.
-
Fietswrakken
Een fiets is een fietswrak als aan drie vereisten is voldaan:
- de fiets is rijtechnisch onvoldoende (er is niet mee te rijden en/of er missen essentiële onderdelen aan);
- de fiets is verwaarloosd (er is lang niet op gereden en de eigenaar heeft er kennelijk afstand van gedaan);
- de fiets heeft een geringe economische waarde (opknappen kost meer dan de fiets waard is).
Voor fietswrakken is de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) het geschikte juridische middel om fietswrakken te verwijderen. De model-APV van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten bevat een verbod op fietswrakken op de openbare weg [1].
De Fietsersbond is voorstander van het verwijderen van fietswrakken. Ze nemen ruimte in beslag die beter benut kan worden. Wel moet zorgvuldig worden bekeken of er sprake is van een echt fietswrak. Een slechte fiets met een lekke band is volgens de bond nog geen fietswrak. Veel mensen gebruiken immers een slechte fiets om naar het station te fietsen vanwege het risico op fietsdiefstal. De gemeente moet die fietsen niet verwijderen alsof het om fietswrakken gaat.
-
Weesfietsen
Soms staan er fietsen in het rek waarvan regelmatige gebruikers van de fietsenrekken weten dat ze nooit worden gebruikt. Ze zitten onder het stof, bladeren hopen zich op rond de wielen of groeit gras omheen. Maar daarmee zijn het nog geen fietswrakken. Het gaat om bruikbare fietsen, blijkbaar zonder eigenaar: zogenaamde weesfietsen. Deze fietsen horen wat de Fietsersbond betreft niet in de rekken thuis. Fietsenrekken bij stations, winkelgebieden en dergelijke zijn bestemd voor fietsen die ook echt gebruikt worden.
Onderzoek in opdracht van het Fietsberaad [2] toont aan dat in de onbewaakte klemmen bij stations tot 15 procent van de fietsen er meer dan vier weken staat. Toch zijn deze fietsen volgens de wettelijke bepalingen gewone fietsen. Een gemeente mag ze dus niet zomaar weghalen. Daarvoor moet eerst de APV worden aangepast. Een voorbeeld: Het college kan plaatsen aanwijzen waar het in de fietsparkeervoorzieningen op de openbare weg verboden is een fiets langer dan vier weken onafgebroken te stallen. Zo’n artikel treedt pas in werking als B&W een uitvoeringsbesluit nemen waarmee het artikel van toepassing verklaard wordt op bepaalde gebieden in de gemeente.
Om te weten of een fiets er meer dan vier weken onafgebroken staat, zijn slimme trucjes bedacht, zoals een dun touwtje binden tussen fietsframe en wiel of een streep zetten op de achterband en op de grond. Na vier weken wordt vastgesteld welke fietsen al die tijd niet verplaatst zijn. Dan mag de gemeente de procedure starten om de weesfiets weg te halen. Hoe dat hoort te gaan, staat verderop onder het kopje ‘Fietsen verwijderen’. Natuurlijk is het belangrijk om bij locaties waar fietsen niet langer dan vier weken mogen staan langs elke aanfietsroute borden neer te zetten waarop dat duidelijk aangegeven wordt.
-
Geparkeerde ‘gewone’ fietsen
Fietsen mogen overal op de stoep worden geparkeerd, tenzij er een expliciet verbod is ingesteld. In de model-APV is een tekst opgenomen dat fietsen alleen in de rekken geplaatst mogen worden. Ook dit artikel treedt pas in werking als B&W een uitvoeringsbesluit nemen en gebieden aanwijzen waar het verbod van toepassing is.
De Fietsersbond is tegen fietsparkeerverboden in de APV. Over het algemeen zetten fietsers hun fiets ook zonder verbod in de rekken. Tenminste: als er voldoende en goede rekken op de juiste plaatsen staan. Als er te weinig plek is om fietsen in het rek te plaatsen en fietsen daarom aan een boom of lantaarnpaal vastgebonden worden, is het bijplaatsen van rekken de oplossing van het probleem. Ook kan het zijn dat mensen die bomen gebruiken omdat de kwaliteit van de rekken te slecht is.
Gevaarlijk gestalde fietsen mogen ook zonder fietsparkeerverbod worden weggehaald [3]. Gemeenten die stellen dat een parkeerverbod juist voor deze asociale fietsers nodig is, hebben ongelijk.
-
Fietsen verwijderen
Als de gemeente een fiets wil weghalen op basis van de bepalingen van de APV, dan past ze bestuursdwang toe. Bestuursdwang is gericht op het opheffen van een situatie die in strijd is met de regels. Maar volgens de wet moet de overheid degene die verantwoordelijk is voor de overtreding (bijvoorbeeld het langer dan vier weken in een rek laten staan van een fiets) altijd de gelegenheid geven de situatie zelf te verhelpen.
Wat betekent dit nu voor de verschillende soorten fietsen?
Hinderlijk of gevaarlijk gestalde fietsen mag de gemeente direct verwijderen aangezien er dan sprake is van een spoedeisende situatie. Gevaarlijk of hinderlijk betekent bijvoorbeeld dat de route voor hulpdiensten geblokkeerd is of dat de vluchtroute voor gebruikers van het station gedeeltelijk versperd is. Ook een fiets waarvan een wiel uitsteekt op het fietspad of een fiets die de blindengeleidestrook blokkeert, staat hinderlijk of gevaarlijk gestald.
Voor weesfietsen, fietswrakken en foutgeparkeerde fietsen geldt dat de gemeente de fiets niet meteen mag verwijderen, maar de eigenaar in de gelegenheid moet stellen de overtreding zelf ongedaan te maken. Dit betekent dat de gemeente de overtreding moet constateren en aan de eigenaar moet melden via een beschikking. De meest gebruikte manier daarvoor is het hangen van een label aan de fiets of het plakken van een sticker. Op die labels of stickers moet standaard een aantal zaken zijn vermeld, zoals de termijn waarbinnen de fiets verplaatst moet worden. Als de aangegeven termijn van de beschikking verstreken is, mag de gemeente de fiets verwijderen. Bij het verwijderen van de fiets moet de gemeente zo min mogelijk schade toebrengen aan de fiets. Als het nodig is, mogen sloten op kosten van de eigenaar worden doorgeknipt.
De verwijderde fietsen moeten een bepaalde tijd worden opgeslagen voordat ze kunnen worden verkocht of vernietigd. Vuistregel daarbij is: als het opslaan meer kost dan de waarde van de fiets, mag de fiets worden verkocht of vernietigd. Als een eigenaar de fiets op komt halen bij de opslagplaats, mag de gemeente de gemaakte kosten verhalen op de eigenaar. Hoe hoog die kosten zijn, verschilt per gemeente.
-
Fout fietsverwijderbeleid
Op het landelijk bureau is een diepgaande studie gemaakt van het fietsverwijderbeleid. In het kader van Offensief: Houd de Fiets hebben we in samenwerking met de werkgroep Fiets en Recht alle regels op een rijtje gezet. Hierbij werd duidelijk dat de meeste gemeenten fietsers nauwelijks een termijn geven om de fout te herstellen, met name als het gaat om foutgeparkeerde fietsen. In de meeste gemeenten worden die foutgeparkeerde fietsen direct verwijderd, zeker bij stations en andere drukke plekken. Onze juristen zijn ervan overtuigd dat dit niet mag. In de algemene wetgeving staat immers dat de overheid degene die verantwoordelijk is voor een overtreding altijd de gelegenheid moet geven om de situatie zelf te verhelpen. Veel gemeenten stellen daar tegenover dat fietsers weten dat hun fiets in de klemmen moet staan. Dit is immers uitgebreid aangegeven door middel van borden bij de betreffende locatie. Waarschuwen is volgens hen dan niet meer nodig.
Om niet in een welles-nietes-discussie te blijven steken, is de Fietsersbond bij wijze van proefproces gestart met een juridische procedure tegen de gemeente Nijmegen. Door een individu is bezwaar gemaakt tegen het wegknippen van een fiets bij het station, omdat de gemeente geen redelijke termijn heeft gegeven om de fout zelf te kunnen herstellen. Het bezwaar is door de gemeente afgewezen. Inmiddels zijn we (de fietser, met ondersteuning van de bond) in beroep gegaan bij de rechtbank in Arnhem. Wanneer de zaak dient, is nog niet bekend. Totdat de uitspraak van de rechtbank op tafel ligt en we misschien naar de Raad van State moeten, willen we dit verschil van mening niet op andere plaatsen uitvechten. Als je als afdeling met het onderwerp aan de slag wilt, richt dan je energie op het verwijderen van fietswrakken en weesfietsen of op het voorkomen van de instelling van fietsparkeerverboden. De procedure bij het verwijderen van foutgeparkeerde fietsen komt dan later, als de rechter duidelijkheid heeft gegeven hoe het zit.
Noten
[1] Artikel 5.1.11, lid 2 van de model-APV.
[2] Fietsberaad, Publicatie nummer 3: Dynamiek in het parkeren van fietsen bij stations, mei 2003.
[3] Artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 verbiedt een ieder zich hinderlijk of gevaarlijk te gedragen op de openbare weg. Artikel 170, lid 1 Wvw geeft B&W de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang in de vorm van het overbrengen en in bewaring stellen van hinderlijk en gevaarlijk geparkeerde voertuigen.