Direct naar inhoud
VrijwilligersNet

Overlast door scooters, brom- en snorfietsers

Wat is de plek van de bromsnor? Enkele vraag en antwoorden over brom- en snorfietsers.

  • Wat is het verschil tussen bromfietsen en snorfietsen?

    Naar aanleiding van de vele klachten die ons spontaan bereikten over snorfietsers en hun plek op de weg.

    Even de wet opfrissen: hoe zit het ook weer met bromfietsen en snorfietsen? Bromfietsen zijn gemotoriseerde voertuigen waarvan de ontwerpsnelheid maximaal 45 km/uur is. Ze zijn te herkennen aan een geel kenteken en mogen niet op het fietspad, wel op het bromfietspad. Daar mogen zij niet harder rijden dan 30 km/uur, buiten de bebouwde kom 40 km/uur. Anders dan fietsers mogen bromfietsers niet naast elkaar rijden en mogen zij overig verkeer niet rechts inhalen. Een speciale categorie bromfiets is de snorfiets, te herkennen aan het blauwe kenteken. De ontwerpsnelheid van een snorfiets mag niet hoger zijn dan 25 km/uur. Voor snorfietsers gelden in beginsel de verkeersregels van fietsers en niet die van bromfietsers. Anders dan bromfietsen moeten ze dus op het verplichte fietspad.

    Snorfietsers mogen evenwel niet op het onverplichte fietspad en mogen niet naast elkaar rijden. Merk op dat het woord ‘scooter’ niet in de wet voorkomt. Een scooter is ofwel een bromscooter, waarvoor de bromfietsregels gelden, ofwel een snorscooter, waarvoor de snorfietsregels gelden. Het kenteken is bepalend in deze.

  • Voertuigeisen voor brom- en snorfietsers

    Naast verkeersregels zijn er ook voertuigeisen waaraan een voertuig moet voldoen wanneer deze op de openbare weg rijdt. Zo is de bovengenoemde maximum ontwerpsnelheid een voertuigeis: als een voertuig harder kan dan de limiet maar feitelijk niet harder rijdt, is er toch sprake van een overtreding! Dat maakt het handhaven een stuk makkelijker: er hoeft niet op straat te worden gemeten, een rollerbank volstaat.

    De andere belangrijke voertuigeis voor bromfietsers (en snorfietsers) betreft de breedte: een bromfiets mag 1,00 meter breed zijn. Bij goede lezing van de wet blijkt dit exclusief de spiegels te zijn. De spiegels van een bromfiets mogen van de wetgever dus ongelimiteerd ver uitsteken. Ter vergelijking: een fiets mag niet breder zijn dan 0,75 meter en er mag niets uitsteken.

  • Gevaar van te hoge snelheid

    Tot zover is het verhaal prima. Zeker als je weet dat binnen de bebouwde kom bromfietsen in beginsel op de hoofdrijbaan horen te rijden. Als fietser word je op het fietspad dan hooguit geconfronteerd met snorfietsers, die niet harder mogen dan 25 km/uur. De praktijk leert evenwel heel wat anders. Uit snelheidsmetingen van de Dienst Verkeer en Scheepvaart van Rijkswaterstaat blijkt dat bijna alle (namelijk 96%) snorfietsers en bromfietsers te hard gaan. Metingen van de auteur in de omgeving van Utrecht en van de afdeling Amsterdam bevestigen dit beeld. Met andere woorden: snorfietsers en bromfietsers die zich aan de maximumsnelheid houden vormen een verwaarloosbare groep. Het moge duidelijk zijn dat te hard rijden met name voor snorfietsers zonder helm een groot risico is. Aan de andere kant rijden bromfietsers ook op het bromfietspad nog veel harder dan snorfietsers (gemiddeld 54 km/uur versus 34 km/uur).

    Hoe kan het überhaupt dat voertuigen harder rijden dan hun maximale ontwerpsnelheid? En dat dit op zo’n grote schaal gebeurt?

    Deze paradox kent drie mogelijke verklaringen:

    • de voertuigen zijn opgevoerd;
    • de voertuigen rijden al te hard als ze de winkel verlaten;
    • ‘te hard’ is niet altijd te hard.
    1. Voertuigen zijn opgevoerd
      Dit is de claim van de verkopers. Opvoeren is makkelijk. Een snorfiets is in de meeste gevallen gewoon een bromfiets waarvan het vermogen afgeknepen wordt. Dat afknijpen is heel makkelijk uit te zetten. Sterker nog, je kan eenvoudig en voor een habbekrats een schakelaar monteren om het afknijpen aan- en uit te zetten (13)! Daarmee kan je de rollerbank van de politie om te tuin leiden. Terecht stelt de branche niet verantwoordelijk te zijn voor het opvoeren (14). Toch zien wij in de praktijk veel gezagsgetrouwe burgers met 38 km/uur door de stad snorren. Hun snorfietsen zijn vast niet opgevoerd.
    1. Voertuigen rijden al te hard wanneer ze de winkel verlaten
      Een kleine steekproef leert dat dit vaak het geval is. Nader onderzoek moet uitwijzen op welke schaal dit optreedt. Overigens heeft dit punt ook alles te maken met punt 3. Winkeliers stellen zich op het standpunt dat als het voertuig geen bekeuring krijgt, het klaarblijkelijk in overeenstemming is met de wet.
    1. Wat is ‘te snel’?
      De wet is duidelijk: een snorfiets mag niet harder kunnen en niet harder gaan dan 25 km/uur. Bij het controleren van deze bepaling gelden uiteraard betrouwbaarheidsmarges. Ook deze zijn in de wet expliciet geformuleerd. Wie deze in het ‘worst case’-scenario bij elkaar optelt, komt tot de conclusie dat een uitslag op de rollerbank van 34 km/uur altijd tot het vaststellen van een overtreding moet leiden. Helaas neemt het openbaar ministerie een ander standpunt in. Daar hanteren ze eigen regels – op grond waar- van is onduidelijk – en komen dan tot een effectieve grens van 39 km/uur. Praktisch gevolg is dat voor een voertuig dat niet harder mag dan 25 km/uur feitelijk pas bij 39 km/uur een overtreding wordt vastgesteld. Meer dan anderhalf keer zo hoog als de wettelijke grens!
  • Wat zijn de standpunten van de Fietsersbond?

    De Fietsersbond wil op korte termijn dat:

    • de gereden snelheden veel preciezer gecontroleerd gaan worden door de politie;
    • de wettelijke maximum breedtematen voor snorfietsen teruggebracht worden tot 75 centimeter inclusief spiegels;
    • ook andere verkeersregels, zoals het naast elkaar scooteren, gehandhaafd gaan worden;
    • een aantal fietspaden onverplicht wordt (en dus verboden voor snorfietsen), bijvoorbeeld vrijgetraceerde fietspaden door bossen en parken en fietspaden langs 60 km/uur-wegen buiten de bebouwde kom.
    • Op lange termijn streeft de Fietsersbond naar complete afschaffing van de categorieën bromfiets en snorfiets. Deze categorieën kunnen geheel worden ondergebracht in ofwel motorfiets (de meerderheid) ofwel fiets (kleine minderheid).
  • Wat kun je doen?

    Voor kleinere gemeenten, waar soms maar een paar straten bloot staan aan gevaar en fijnstof  van snorscooters,  is het nu al wel toegestaan om snorfieten en scooters naar de rijbaan te verwijzen per wegvak, met het vierkante fietspadbord G13.  Daarvoor is dan wel telkens een verkeersbesluit nodig, vandaar dat o.a. Amsterdam en Utrecht met hele netwerken die gevaar lopen, het gebiedsgewijs wil kunnen regelen. Dus inzetten op de ernstigste paden en die doen omzetten in fietspad vierkante bord (G13 onverplicht fietspad, alleen zonder hulpmotor toegestaan) daarmee pak je toch  laaghangend fruit in een kleinere gemeente.

    Afdelingen die ermee aan de slag willen: eigen videofilmpjes van de zelf voor te dragen urgente wegwakken werken vermoedelijk beter bij een presentatie aan de raad dan rapporten en cijfers, die in kleinere gemeenten toch al gauw onvoldoende houvast bieden. Op werkelijk ernstige wegvakken zie je conflict en de herrie op fietspaden  al met een paar minuten observeren.