VRI-onderzoek: twee voorbeelden

Afgelopen zomer verschenen twee VRI-rapporten van lokale Fietsersbond-afdelingen. Vlissingen inventariseerde de werking van de 13 VRI’s in die gemeente. In Zuidoost-Brabant werden maar liefst 355 kruispunten in 21 gemeenten vergeleken. Hoewel de onderzoeken erg arbeidsintensief waren en de uitkomsten schokkend, zijn beide afdelingen tevreden over het onderzoek. Zowel in Zuidoost-Brabant als in Vlissingen staan de gemeenten open voor verbetering.

Martijn van Es

Beide afdelingen kregen vanuit hun achterban en uit de Fietsbalans signalen dat de afstelling van VRI’s in hun regio te wensen over liet, en besloten om dit onderbuikgevoel te staven met een meting. Het gevoel bleek juist. In Zuidoost-Brabant heeft de afdeling een derde van de verkeerslichten in de regio als fietsonvriendelijk bestempeld. In Vlissingen komt de afdeling tot de conclusie dat alle verkeerslichten in de gemeente slecht staan afgesteld. Heftige conclusies die ook de regionale media haalden, zowel in Brabant als in Zeeland.

Goed meten

Voor beide afdelingen was het onderzoek een groot project. Onderzoeksleider Pieter Nuiten uit Zuidoost-Brabant startte al in april 2011 met een plan van aanpak en de werving van vrijwilligers. Pas in november begon het verzamelen van de metingen. Een secuur werkje. “Je moet in ieder geval er voor zorgen dat je metingen kloppen, en ze moeten representatief zijn. Je vrijwilligers moeten het geduld kunnen opbrengen om daar lang genoeg te blijven staan en alles te noteren. Als ze na één cyclus denken dat ze het wel hebben gezien, dan heb je een probleem.” Wim van Dijk van de Fietsersbond Vlissingen beaamt dit. Hij besloot na een wel erg schokkende meting van vier minuten wachttijd de betreffende VRI opnieuw door te meten. “Je moet er op kunnen vertrouwen dat je cijfers kloppen. Als bij de presentatie blijkt dat er bijvoorbeeld net een storing was, dan zit je in de problemen.”

Focus op verbeteringen

Beide afdelingen zijn tevreden over het onderzoek, maar hebben zeker ook dingen geleerd. Pieter Nuiten: “Achteraf hadden we ons beter moeten realiseren hoeveel tijd het allemaal kost. Als je het allemaal zo grondig doet als wij het hebben gedaan, dan ben je heel veel tijd kwijt. Misschien kun je je dan beter beperken tot de locaties waar je weet dat er verbeteringen moeten en kunnen plaatsvinden.” Wim van Dijk beaamt dat het veel tijd heeft gekost, maar zijn afdeling heeft tijd gewonnen door tussendoor bij te sturen. “Sommige criteria zijn niet direct nuttig voor fietsers. Gaandeweg hebben we ons meer gefocust op wat voor de fietser belangrijk is.”

Ontvangst

De rapporten zijn goed ontvangen. In Zuidoost-Brabant hebben alle gemeenten aangegeven er wel iets mee te willen, in Eindhoven is zelfs een lijstje met kruispunten opgesteld die de gemeente actief wil aanpakken. De afdeling Eindhoven gaat de gegevens nog verder analyseren om te toetsen of het gemeentelijke VRI-beleid ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd om te bepalen of de fietser wel de prioriteit krijgt die hij volgens het beleid zou moeten krijgen. Ook in Vlissingen gaf de wethouder aan het rapport serieus te nemen en veel te voelen voor de suggestie om twee maal per cyclus alle fietsers tegelijk groen te geven. Ook kwam er meteen een verbetering op. Van Dijk: “We zijn tijdens het onderzoek op bezoek geweest bij de gemeenteambtenaar die verantwoordelijk was voor de afstelling van VRI’s na werkzaamheden. Door het ontbreken van goede richtlijnen werd automatisch de prioriteit bij de auto gelegd. De gemeente Vlissingen heeft besloten dit beter aan te pakken en een ambtenaar benoemd die ervaring heeft met deze materie.”

Lees een samenvatting van het rapport van Zuidoost-Brabant in hun blad Ventiel. Pieter Nuiten is te bereiken via [email protected]