Over fietsparkeerverboden en fietsparkeerverbodverboden

Meer fietsen vinden we als Fietsersbond natuurlijk geweldig. Maar dat kan zonder extra beleid tot problemen leiden. Zo ervaren veel middelgrote en grote steden een toenemende druk van geparkeerde fietsen. Je kan dat proberen op te lossen door meer ruimte voor fietsparkeren te creëren of je kan proberen het fietsparkeren te reguleren via verboden en handhaving. Dit verhaal richt zich op het laatste.

Over fietsparkeerverboden en fietsparkeerverbodverboden De regels rond het parkeren van fietsen zijn in essentie heel eenvoudig. Artikel 27 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens meldt de basisregel: ‘Fietsen en bromfietsen worden geplaatst op het trottoir, op het voetpad of in de berm dan wel op andere door het bevoegd gezag aangewezen plaatsen.’ De grondregel is dus dat je fietsen op de stoep parkeert. Natuurlijk kan dat niet zo maar overal. Zo is het altijd verboden om andere weggebruikers in gevaar te brengen of te hinderen. Geparkeerde fietsen zullen dus niet boven de rijbaan mogen hangen of bijvoorbeeld op een blinden geleidestrook mogen staan.

fietsparkeerverbod foto 1

Sommige gemeentebesturen hebben de sterke behoefte om aanvullende regels op te stellen. Hiervoor worden verschillende argumenten genoemd: geparkeerde fietsen ontsieren het straatbeeld, geparkeerde fietsen leiden tot overlast en geparkeerde fietsen verhinderen de doorgang voor hulpdiensten. Hoewel een gemeente verschillende instrumenten heeft om het parkeren van fietsen in een bepaald gebied te verbieden, is de route via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) het meest gebruikt en het meest effectief. Groot voordeel voor de gemeente is dat de APV de gemeente in beginsel het recht geeft om de foutgeparkeerde fietsen te verwijderen(1). In dit verhaal beperk ik me verder tot fietsparkeerverboden via de APV.

Parkeerverbod via de APV
Voordat de gemeente een fiets weg kan slepen op grond van de APV, moeten de volgende stappen worden doorlopen:

  1. In de APV moet de gemeente een artikel opnemen op grond waarvan het mogelijk is een bepaald gebied aan te wijzen waarin fietsparkeren (2) verboden wordt. Tegen een dergelijke aanpassing van de APV is geen bezwaar mogelijk.
  2. De gemeente moet vervolgens een besluit nemen om daadwerkelijk een gebied aan te wijzen waar het parkeren van fietsen verboden wordt. Vervolgens moet het betreffende gebied met bebording worden gemarkeerd. Tegen dit verbod is bezwaar mogelijk door belanghebbenden. Dat zijn wij als Fietsersbond.
  3. De foutgeparkeerde fiets kan nu daadwerkelijk worden verwijderd door of in opdracht van de gemeente. Juridisch heet dit ‘het toepassen van bestuursdwang’. Hiertegen kunnen de eigenaar en/of gebruiker van de fiets (achteraf) bezwaar maken, maar wij als Fietsersbond niet.

Het is dus zaak om rond stap 2 goed op te letten en te kijken of je het als afdeling nodig vindt bezwaar te maken.

Breda
Zo werd de afdeling Breda geconfronteerd met plannen om in grote delen van de binnenstad het fietsparkeren buiten de rekken te verbieden. En dat terwijl er een groot tekort was aan fietsparkeervoorzieningen. De gemeente vond het niet de moeite waard om verder onderzoek te doen. Tellingen van de afdeling wezen op een tekort van naar schatting 1200 plaatsen. De afdeling vond dat eerst het tekort opgelost moest worden alvorens een fietsparkeerverbod kon worden ingevoerd. Dus maakte de afdeling bezwaar en ging zij, na een afwijzing, in beroep bij de rechtbank. De rechtbank stelde de afdeling vervolgens in het gelijk (3). Fietsparkeerverbod binnenstad Breda verboden! Daarmee bevestigde de rechtbank een oudere uitspraak in een soortgelijk geval in Nijmegen (4).

Waarom won de afdeling?
Een overheid wordt geacht bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis te verzamelen van de relevante feiten en de af te wegen belangen. Het aantal fietsen en het aantal fietsparkeerplaatsen zijn evident relevante feiten. Mogelijk hoeft een gemeente niet per se alle fietsen te faciliteren, maar zij moet wel een degelijk beeld hebben van de problemen die het besluit zal veroorzaken. In dit geval had niet de gemeente, maar juist de afdeling zelf dat onderzoek gedaan. Op grond van de uitspraak van de Bredase rechtbank en de eerdere uitspraak over Nijmegen is het aannemelijk dat ieder fietsparkeerverbod dat niet door tellingen onderbouwd is, bij de rechter onderuit te halen is.

Werkelijke en oneigenlijke argumenten
Veel steden (5) zien fietsparkeren als een probleem. Zij vinden het hinderlijk en vooral lelijk. Grappig is dat zij vaak andere argumenten aanvoeren dan die zij werkelijk belangrijk vinden. Zo voerde de gemeente Breda aan dat de brandweer de binnenstad niet meer kon bereiken door al die foutgeparkeerde fietsen. De brandweer sprak dat vervolgens in het openbaar (6) ronduit tegen. Sta je als college van B&W mooi in je hemd.
Andere steden (7) zien fietsparkeren juist als een oplossing: iedere fietsende bezoeker van de binnenstad heeft geen autoparkeerplaats nodig. Deze gemeenten voeren een actief fietsparkeerbeleid. Bijvoorbeeld gratis bewaakt stallen. Of het nadrukkelijk toestaan van het parkeren van fietsen op plaatsen waar dat geen overlast veroorzaakt. Of het plaatsen van tijdelijke spitsrekken op de drukkere momenten zoals marktdagen, koopavonden en in het weekend. Het algemene beeld van fietsparkeren in binnensteden (8) is dat het goed mogelijk is om ongewenst stallingsgedrag met zachte hand in goede banen te leiden: met gratis bewaakt parkeren voor langstallers en genoeg goede laagdrempelige voorzieningen op het maaiveld. Het is zelfs mogelijk de parkeeroverlast te verminderen en toch meer fietsers naar de binnenstad te krijgen. Dat zou wat ons betreft de inzet van de gemeenten moeten zijn.

Wat kan een afdeling hiermee?
Wanneer je als afdeling geconfronteerd wordt met plannen van een gemeente om een fietsparkeerverbod af te kondigen, kan je de volgende stappen zetten:

  • in overleg treden;
  • wijzen op de goede ervaringen (zie ook www.fietsberaad.nl) met actief fietsparkeerbeleid;
  • vragen om een telling van de parkeervoorzieningen en parkeerbehoefte;
  • als er bezwaren van anderen naar voren worden gebracht (bijvoorbeeld van blinden of de brandweer) altijd bij die partijen zelf navraag doen;
  • kijken wat er eerder over het beleid van de gemeente vastgelegd is (bijvoorbeeld in een gemeentelijk verkeers- en vervoerplan).

Helpt dit allemaal niet om de gemeente op andere gedachten te krijgen, dan kun je na het gewraakte besluit bezwaar (en desnoods later beroep) aantekenen. Weet dat je bijzonder sterk staat als de gemeente geen deugdelijk fietsparkeeronderzoek gedaan heeft. Bij het maken van bezwaar en beroep kun je de assistentie inroepen van het landelijk bureau via de kaderondersteuning. Voor algemene achtergronden van bezwaarprocedures verwijs ik naar het hoofdstuk ‘Verkeersbesluit’ elders op het Vrijwlligersnet: hoofdingang Activiteiten;dan via Actie en Lobby; Beleid beinvloeden; Procedures starten; Alles over het verkeersbesluit.

Theo Zeegers, verkeersconsulent
december 2008

Noten
1 Weliswaar gelden hier allerlei zorgvuldigheidseisen, geformuleerd in de Algemene wet bestuuursrecht, maar de rechter veroordeelt gemeenten niet als zij zich hier niet aan houden. Helaas. Quod licet Iovi…
2 Het verbod kan ook beperkt van aard zijn, bijvoorbeeld een verbod om buiten de rekken te stallen of een verbod om langer dan zoveel dagen te stallen.
3 http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx?searchtype=kenmerken&instantie_uz=Rechtbank+Breda
4 Uitspraak Awb 02/988.
5 Waarvan opvallend veel in het zuiden van het land: Breda, Tilburg, Eindhoven, Helmond en Maastricht.
6 In het tijdschrift Binnenlands Bestuur.
7 Bijvoorbeeld Groningen, Apeldoorn en Amersfoort.
8 http://www.fietsberaad.nl/library/repository/bestanden/gratismaaktbemind.pdf